Kuijk

  • Vergroot lettergrootte
  • Standaard lettergrootte
  • Verklein lettergrootte

Vandalisme om een level hoger te komen

E-mail Afdrukken PDF

"Waar gebeurd. Het vermelden waard. De kleuterklas is even van slag. Een jongen van vier is zomaar een uurtje zoek geweest." Zo begint Martine Delfos haar stukje 'Vandalisme om een level hoger te komen'. Natuurlijk zou het waar gebeurd kunnen zijn. Ik ben zelf als knaapje van twee een hele middag zoek geweest, hebben ze mij verteld. Zoek raken is vrij makkelijk. De volgende zinnen van Martine Delfos lijken mij derhalve wat overtrokken: "Tjonge, als de ouders daar achter komen... Die vertrouwen erop dat de school oplet. En terecht."

Natuurlijk is het niet goed als een school een leerling kwijtraakt, maar zoek en zoek is twee, dus wat was er nou echt aan de hand? Dat horen we niet meteen, want mevrouw Delfos zegt vervolgens:

"Maar de school rekent ook op de opvoeding van de ouders. Maar waar ze samen niet op rekenen is de invloed van het nieuwe virtuele milieu op kinderen. De wereld van internet, gamen, video. Dit joch was er even tussenuit gepiept en heeft in een huis vlakbij school de boel kort en klein geslagen. Iedereen is verbijsterd. Hoe kan dat nu? Het is geen agressief joch, gewoon een leuk kereltje."
Ik ben ook verbijsterd. Dit verhaal kende ik namelijk nog niet, dus ik heb iets gemist en daar kan ik erg slecht tegen. Waar en wanneer is dit gebeurd? Was het in Nederland? Vertel, vertel! Dat doet ze helaas niet:
"Tja, de enige die het antwoord heeft is dat joch. Op de vraag waarom hij dat gedaan heeft, antwoordt hij zonder aarzelen: ‘Om een level hoger te komen.’ De leerkracht weet niet wat haar overkomt, maar ze praat rustig met het joch verder. Hij doet hetzelfde als thuis aan de computer en dan komt je een level verder, vertelt hij."
Hm. Heb ik weer wat gemist. Zelf ben ik geen gamer, want nadat ik had leren programmeren heb ik nauwelijks computerspelletjes meer gespeeld, maar dankzij mijn leerlingen ben ik toch aardig op de hoogte van wat er zoal is en een spel waarbij je een level verder komt door een woonhuis te verbouwen, wil mij zo gauw niet te binnen schieten. Natuurlijk gaat mevrouw Delfos ons in ieder geval de titel van het spel mededelen. Dus niet:
"Kan deze jongen van vier werkelijkheid en fantasie niet uit elkaar halen? Jawel, dat kan hij. Kunnen kinderen van vier zulke ingewikkelde spelen op de computer spelen? De meesten niet. Deze jongen zit niet ‘aan’ de computer, blijkt, maar zit dagelijks een paar uur naast zijn oudere broer die het levelspel met enthousiasme speelt. Het jongere broertje leeft vol spanning mee en kijkt zijn ogen uit."
Hm. Eigenlijk moeten we mevrouw Delfos dus gewoon op haar eerlijke blauwe ogen geloven als ze zegt dat het waar gebeurd is. Dat geldt dan vermoedelijk ook voor haar volgende beweringen. In werkelijkheid kunnen de meeste kinderen van drie al veel ingewikkelder spellen aan en de beroemde puzzelkubus van Rubik, waar een trage volwassene onlangs na zesentwintig jaar de oplossing voor gevonden heeft, is gesneden koek voor ieder kind van twee. De vorige zin had ik geheel uit mijn duim gezogen, want zo makkelijk is het. Ik zeg niet dat mevrouw Delfos net zo te werk gaat, maar wel dat ik graag wat onderbouwing voor haar beweringen zou zien. Ook voor de volgende alinea trouwens:
"We zijn er nog niet op bedacht wat dat voor effect heeft op kinderen. Er gebeuren hier drie dingen. Ten eerste is dit kind van vier te jong voor dit spel, dus ook voor het meekijken en meeleven. Ten tweede bouwt dit joch met zijn vier jaar daardoor denkbeelden op die in de werkelijkheid niet opgaan. Hij heeft echter nog te weinig levenservaring, kennis en te weinig denkkaders om zijn ervaringen als ‘bijzitter’ bij het spel te kunnen plaatsen. Ten derde loopt de hormoonproductie ook bij de meelevende bijzitter fors toe tijdens het spel. En emoties winnen het van rationele ervaringen."

Ten eerste weten we niet over welk spel het gaat, dus ook niet of het kind van vier er te jong voor is. Ten tweede weten we dus ook niet waardoor "dit joch met zijn vier jaar" "denkbeelden opbouwt die in de werkelijkheid niet opgaan". Ook blijf onduidelijk wanneer hij, of wie dan ook, voldoende "levenservaring, kennis" en "denkkaders" zou hebben "om zijn ervaringen als 'bijzitter' bij het spel te kunnen plaatsen." Ten derde weten we niets over het knaapje, dus ook niet van zijn hormoonproductie en of die al dan niet toeneemt bij dit vooralsnog onbekende spel.

"En emoties winnen het van rationele ervaringen". Ja, mevrouw, dat zegt u nou wel, maar is dat ook wel zo? En bij wie bedoelt u eigenlijk? Bij iedereen, bij alleen dit knulletje, bij een bepaald percentage van de wereldbevolking? Mevrouw Delfos is nog niet klaar:

"Waarom gaat hij het uitvoeren in de werkelijkheid? Dat is zijn leeftijd, via imitatie uitproberen; zo ontdek je hoe de wereld in elkaar zit als je vier bent. Maar wel met ervaringen die bij je leeftijd horen. Dat betekent dat kinderen beschermd moeten worden tegen schadelijke informatie, tegen dingen die ze nog niet kunnen plaatsen."

Goed, het is slechts een stukje in de krant, en dat hoeft wetenschappelijk natuurlijk niet zo onderbouwd te zijn als een stukje in een vakblad, maar dit is wel heel kort door de bocht. Met hetzelfde gemak kun je namelijk zeggen dat er, als kinderen de wereld ontdekken door imitatie, geen schadelijke informatie bestaat, want "dingen die ze nog niet kunnen plaatsen" kunnen ze ook niet imiteren. Weet ik veel of het waar is, ik zeg maar wat. Maar dat zeg ik er wel eerlijk bij.

De laatste alinea van het stukje van mevrouw Delfos luidt:

"Hoe bescherm je? Als ouders verbieden? Als school de deuren goed dicht houden? Nee! Er is maar een manier: samen. Het virtuele milieu overstijgt de opvoeding van de ouders en overstijgt de school. Ze zullen samen ouders en school naar wegen moeten zoeken om de vorming door het virtuele milieu het hoofd te bieden. En dat strekt verder dan een ouderavond met een deskundige. Ouders en school zullen samen maatregelen moeten treffen zodat kinderen ook met dat nieuwe milieu gezond op kunnen groeien. Dat is niet alleen verbieden, maar leeftijdsadequaat aanbieden en grenzen stellen. Samen!"

Tsja, wat moet je daar nou mee? Uit niets blijkt dat de beweringen van mevrouw Delfos ergens op gebaseerd zijn, maar toch zijn er allerlei maatregelen nodig omdat je kind anders het slachtoffer wordt van de grote boze computer. Het is toch wat.