Kuijk

Als je wilt laten zien dat de school niet deugt, moet je het zo doen

U zult mij niet snel horen zeggen dat het schoolsysteem in Nederland deugt. Niet voor niets heb ik de onderwijsafdeling van mijn website voorzien van de duidelijke titel "Het onderwijs is een verrotte zaak". Dat wil echter niet zeggen dat er geen onderwijzers of zelfs scholen zijn die deugen en het gewoon goed doen. Wel is het zo dat je die onderwijzers en scholen met een lantaarntje moet zoeken.

Zo'n vijftien tot twintig jaar geleden zei een leraar boekhouden bij een cursus die ik toen volgde tegen ons:

"Er is in Zoetermeer een speciale afdeling die in de gaten houdt of het ergens in Nederland goed gaat met het onderwijs. Zodra ze zo'n plek gevonden hebben, sturen ze de vliegende brigade erop af, om te voorkomen dat het overslaat."
Die afdeling zal nog wel bestaan, maar men heeft er weinig te doen, vrees ik.

De aanleiding tot dit stukje was weer eens De Telegraaf, die vandaag schrijft: 'Kamer achter urennorm scholen'.

Van zo'n kop alleen al word ik meteen vreselijk boos, aangezien hij de suggestie wekt dat de inhoud van het onderwijs er niet toe doet, als de leerling maar lang genoeg binnengehouden wordt. Ik geef toe dat ik door mijn ervaring bevooroordeeld ben, daar ik op de scholen waar ik gewerkt heb met grote regelmaat heb mogen aanschouwen dat een belangrijk deel van de tijd die de leerling er doorbrengt, wordt gevuld met bezigheidstherapie in alle soorten en maten, doch met weinig tot geen ander praktisch nut dan de leerling van de straat te houden. Op zich reuze nuttig natuurlijk, maar het zou eigenlijk niet de primaire taak van de school moeten zijn.

De lead van het Telegraafstukje luidt:

"DEN HAAG - Middelbare scholen moeten minimaal 1000 uur gaan lesgeven. Ouders en leerlingen krijgen een steviger vinger in de pap bij het invullen van de lessen. De Tweede Kamer staat achter de voorstellen van staatssecretaris Marja van Bijsterveldt (Onderwijs) voor aanpassing van de urennorm. Wel moet goed in de gaten worden gehouden of de ouders daadwerkelijk meepraten."
Een van de grootste problemen die de school tegenwoordig heeft, en waarmee de onderwijzer dagelijks geconfronteerd wordt, is dat de school nauwelijks enige autoriteit heeft. Ouders en leerlingen geloven vaak niet dat de school in staat is goed onderwijs te verzorgen en daar hebben ze veelal gelijk in. Dit probleem wordt echter allerminst opgelost door ouders en leerlingen een "steviger vinger in de pap" te geven "bij het invullen van de lessen". Het invullen van de lessen moet in zijn geheel worden overgelaten aan de onderwijzer, waarmee ik in dit verband de persoon bedoel die bij de desbetreffende les voor de klas staat. Het beste onderwijs is namelijk gewoon het onderwijs waarbij er zich voor de klas iemand bevindt die op zijn minst kan doen alsof hij ervoor doorgeleerd heeft en die de lesstof, laten we het voor de aardigheid kennis noemen, kan overdragen op de leerlingen. Het werkt voor niemand prettig als de leerlingen niet alleen moeten leren, maar zich ook nog moeten bemoeien met de manier waarop dat gebeurt.

In mijn column 'Dat kan dus niet' heb ik hierover het volgende gezegd:

"Bij het woord onderwijs denken kinderen, ouders en docenten aan het overdragen van kennis. Kennis wordt het best overgedragen van iemand die meer weet op iemand die minder weet. Andersom valt ook te proberen, maar dan kom je al gauw in de situatie die vergelijkbaar is met het heuvelop laten stromen van een bergbeek. Dat kan dus niet.

Zodra men zich in arme landen enige vorm van onderwijs voor die groepering die bij ons de schooljeugd heet kan veroorloven, begint men met het aanschaffen van schoolborden en krijtjes. Een volwassene die iets weet gaat voor het bord staan en begint uit te leggen, terwijl de kinderen hun uiterste best doen te onthouden wat hij zegt. Indien nodig, zet hij zijn woorden kracht bij door op het bord te schrijven, tenzij hij de schrijfkunst niet machtig is, dan mag een mooie tekening ook. Zolang de kindertjes niet kunnen lezen, maakt het trouwens niet veel uit, want het gaat om het gebaar."

De gedachte dat kennisoverdracht zich afspeelt van degene met meer kennis naar degene met minder kennis, en de gedachte dat de school een instituut voor kennisoverdracht zou moeten zijn, stroken niet met de gedachte dat ouders en leerlingen zich met de inhoud van de lessen zouden moeten mogen bemoeien. Door dat laatste zelfs maar voor te stellen zeg je in feite: "de school deugt niet en als amateurs zich ermee gaan bemoeien, wordt de school beter". Je zou toch denken dat zelfs de staatssecretaris van Onderwijs zou moeten kunnen begrijpen dat dat niet klopt.

Even verder lezen in het Telegraafstukje:

"Oppositiepartijen zijn bang dat scholen leerlingen nog steeds met nietszeggende activiteiten zoet zullen houden om het verplichte aantal uren te halen. In de plannen van Van Bijsterveldt krijgen ze meer vrijheid om de lessen zelf in te vullen."
De oppositiepartijen konden wel eens gelijk krijgen. Ik voorzie een stijging in het aantal ophokuren, waarop de term 'bezigheidstherapie' niet eens meer van toepassing is.
"De staatssecretaris gaat ervan uit dat de scholen er geen potje van zullen maken. Bovendien houdt de onderwijsinspectie in de gaten of scholen goed les blijven geven."
Het probleem is juist dat "de scholen", de goede niet te na gesproken, er nu al een potje van maken en dat gewoon zullen blijven doen. Wat de onderwijsinspectie precies in de gaten houdt, is mij nooit helemaal duidelijk geworden, maar kennelijk heeft de onderwijsinspectie nooit kunnen voorkomen dat het in Nederland barst van de zwakke en zeer zwakke scholen en dat schooldiploma's minder waard zijn dan pakweg twintig, dertig jaar geleden, toen het ook al niet best was. De staatssecretaris is een optimiste, zullen we maar zeggen. Het wordt trouwens nog erger:
"Om genoeg lesweken te hebben om de norm te halen, wordt de zomervakantie verkort van zeven naar zes weken. Leerlingen krijgen in ruil vijf roostervrije dagen gedurende de rest van het schooljaar. Docenten kunnen deze dagen gebruiken voor scholing of andere activiteiten. Op de vraag van PvdA-Kamerlid Marianne Besselink of scholen die roostervrije dagen ook als vakantie voor de docenten mogen bestemmen, antwoordde Van Bijsterveldt bevestigend. Maar ze riep de scholen wel op deze dagen te benutten om de werkdruk te verlagen."
Leraren zijn geschift. Leraren zijn over het algemeen namelijk zeer gemotiveerd en begaan met hun vak en hun leerlingen. Het gevolg hiervan is dat de meeste leraren zich door het schooljaar heen over de kop werken en die zeven weken zomervakantie goed zouden kunnen gebruiken, wat ze niet allemaal even efficiënt doen, aangezien ze gemiddeld vier van die weken doorbrengen met opruimen en het treffen van voorbereidingen voor het nieuwe schooljaar. Heel dom natuurlijk en ook wel aandoenlijk. Als leraren zich wat meer als mondige werknemers zouden gedragen en 'werken naar loon' zouden geven, zou er al veel gewonnen zijn, daar zij dan de overgebleven zes vakantieweken ook als vakantie zouden kunnen benutten en het werk dat zij hierdoor moeten laten liggen gewoon tijdens het schooljaar zouden kunnen gaan doen en dan nog uitsluitend als ze er tijd voor hebben.

Met andere woorden: leraren moeten zelf de werkdruk verlagen door vaker neen te verkopen. De gedachte "dit werk moet gebeuren en als ik het niet doe, doet niemand het", moet vervangen worden door: "misschien moet dit werk wel gebeuren, maar ik word er niet voor betaald, dus laat een ander het maar doen". Daarmee wil ik niet suggereren dat leraren de kantjes er af zouden moeten lopen, maar wel dat scholen het werk beter zouden moeten organiseren en bijvoorbeeld eens zouden moeten kijken of leraren eigenlijk wel proefwerken zouden moeten maken, geven en nakijken. U kijkt er misschien van op, maar er gaat een hoop tijd in zitten, die met het geven van les toch eigenlijk verrassend weinig te maken heeft. Simpel gesteld: een rijinstructeur neemt toch ook niet het rijexamen af?

Wat betreft die roostervrije dagen: "Docenten kunnen deze dagen gebruiken voor scholing of andere activiteiten." Als u hier heel hard om moet lachen, bent u waarschijnlijk zelf docent en maakt u nu al een paar keer per jaar scholingsdagen "of andere activiteiten" mee. Heel leuk, maar je hebt er helemaal niets aan. En de roostermaker wordt er overspannen van. Maar: de scholen mogen die roostervrije dagen ook als vakantie voor de docenten bestemmen, dus de betere roostermaker zet ze alle vijf achter elkaar, in de week voor de zomervakantie begint. Of zouden die dagen van hogerhand over het jaar worden verdeeld?

Het Telegraafstukje gaat verder:

"De oppositie bleef erbij dat scholen niet genoeg geld krijgen om de verplichte uren te kunnen geven. De PvdA zette daar de afgelopen maanden ook vraagtekens bij maar liet zich woensdag door Van Bijsterveldt overtuigen dat er genoeg extra geld naar de scholen gaat om de urennorm te kunnen halen. Als scholen verstandig met hun geld omgaan, moet dat kunnen, vindt zij."
Het is geen kwestie van geld. Het is een kwestie van stof. Daarom is het ook zo onzinnig dat het aantal uren vastligt, voordat bepaald is wat ermee moet gebeuren. Dat de PvdA "vraagtekens" zou hebben, lijkt mij sterk, maar dat zal dan wel. Dat de PvdA zich werkelijk zou hebben laten overtuigen is onzin. Al had de staatssecretaris eerlijk gezegd dat ze geen flauw idee heeft waar ze mee bezig is of waar het over gaat, dan nog had de PvdA zich laten 'overtuigen'. Dat is gewoon een kwestie van politiek. Bovendien heeft de PvdA sowieso rare ideeën over onderwijs, maar daarover misschien een andere keer.

Geef uw mening op het forum, bij 'Een urennorm in het onderwijs is onzin'.