Kuijk

  • Vergroot lettergrootte
  • Standaard lettergrootte
  • Verklein lettergrootte

Mark Rutte verdient een zware onvoldoende

E-mail Afdrukken PDF

Naar aanleiding van mijn stukje 'Mark Rutte, de redder van het onderwijs?' ben ik even op zoek gegaan naar het daarin genoemde pamflet, om te zien wat Mark Rutte nu precies gezegd had.

In 'Pamflet van een optimist' zegt Mark Rutte over het onderwijs:

"Het onderwijs kan en moet beter dan nu het geval is. Vooral in het hoger onderwijs worden studenten te weinig uitgedaagd. Jongeren die alfa-studies studeren krijgen in veel gevallen maar tien uur college in de week. Die cultuur van middelmatigheid in het onderwijs moet plaatsmaken voor die van willen excelleren. Ook het technisch onderzoek kan kwalitatief beter, die ambitie moeten we hebben. Hier speelt ook een ander probleem, namelijk een gebrek aan toepassingen in de praktijk. De afstand tussen universiteit en bedrijfsleven is te groot, waardoor veel hoogwaardige kennis onnodig op de plank blijft liggen. Een minder krampachtige kijk op de relatie tussen onderwijs en bedrijfsleven is nodig om onze economie te blijven voorzien van de nodige innovatie. Een goed voorbeeld is Twente, waar ieder jaar vanuit de TU-studenten tientallen nieuwe innovatieve bedrijfjes ontstaan."

Het eerste wat opvalt is dat de woorden "leraar", "leraren", "docent", "docenten", "school", "scholen", "leerling" en "leerlingen" in het hele stuk niet voorkomen. Dat roept meteen vragen op over Rutte's definitie van onderwijs.

Laat ons het tekstje even doorlopen.

1. "Het onderwijs kan en moet beter dan nu het geval is".

Dit log draagt niet voor niets de titel 'Het onderwijs is een verrotte zaak', dus het zal u niet verbazen dat ik het met deze zin volmondig eens ben, waarbij moet worden aangetekend dat het voor iedereen uiterst lastig is het ermee oneens te zijn. Alles kan immers altijd beter. Een politicus die een misstand meent te constateren en vervolgens zegt: "ach, laat maar zo, het kan wel beter, maar dat hoeft niet", gaat dat waarschijnlijk niet in een pamflet zetten.

2. "Vooral in het hoger onderwijs worden studenten te weinig uitgedaagd".

Gatver. In sommige bedrijven worden sollicitanten die het nog in hun hoofd halen om het woord uitdaging in de mond te nemen, vooral als antwoord op de vraag waarom ze op de desbetreffende functie gesolliciteerd hebben ("Euh. Euh. Ehm. Ik was toe aan een nieuwe uitdaging?") onmiddellijk bedankt voor hun komst en de straat op geschopt. Studenten hoeven ook niet uitgedaagd te worden. Studenten moeten studeren.

3. "Jongeren die alfa-studies studeren krijgen in veel gevallen maar tien uur college in de week."

Aangezien jongeren die alfastudies volgen, geacht zouden moeten worden veel te lezen en vaak met de neus in de boeken te zitten, zou tien uur college in de week in sommige gevallen nog wel eens te veel van het goede kunnen blijken, daar die tien uur een hinderlijke onderbreking van de studie kunnen vormen. Neem de Slavist die bezig is "Oorlog en vrede" te lezen, in het Russisch natuurlijk, voor zijn verplichte literatuurlijst en dan plotseling naar college moet omdat ze hem daar zo nodig iets over methodologie of Noam Chomsky moeten vertellen. Het kost maar een paar uur, maar prettig is het niet. Waarschijnlijk denkt de heer Rutte bij "alfa-studies" terug aan zijn eigen tijd als geschiedenisstudent en beseft hij dat hij die studie best sneller had kunnen afronden dan in zeven jaar. Daar heeft hij nu misschien spijt van, maar dat is nog geen reden om alle alfastudenten van nu er impliciet van te beschuldigen dat ze er net zo de kantjes aflopen als de heer Rutte dat zelf gedaan heeft.

4. "Die cultuur van middelmatigheid in het onderwijs moet plaatsmaken voor die van willen excelleren."

Welke "cultuur van middelmatigheid"? Bedoelt de heer Rutte dat hij in de voorgaande drie zinnen een "cultuur van middelmatigheid" geschetst heeft? En denkt hij dat dan ook echt? En wie zegt dat de studenten die in die "cultuur van middelmatigheid" moeten studeren niet willen excelleren? De excellente student heeft geen boodschap aan de "cultuur van middelmatigheid", die redt zich namelijk wel. Daar is het een excellente student voor.

5. "Ook het technisch onderzoek kan kwalitatief beter, die ambitie moeten we hebben."

Wacht nou eens even, wacht nou eens even: hoezo nou weer "ook"? Sluit dit aan op het voorgaande? Wat kan er dan in het voorgaande "kwalitatief beter" en hoe gaan we dat doen? Nou ja, de ambitie om technisch onderzoek "kwalitatief beter" te maken, kan geen kwaad. Is er trouwens ook nog een andere vorm van "beter" dan "kwalitatief beter", of gebruikt de heer Rutte hier het modewoord "kwalitatief" omdat iedereen dat doet?

6. "Hier speelt ook een ander probleem, namelijk een gebrek aan toepassingen in de praktijk."

Wederom een onduidelijk gebruik van het woord "ook". Vermoedelijk denkt de heer Rutte reeds een of meer problemen genoemd te hebben, maar is dat probleem, of zijn die problemen, door zijn slechte schrijfstijl niet helemaal uit de verf gekomen. Waarschijnlijk bedoelt de heer Rutte te zeggen dat technisch onderzoek (wat zou hij daar eigenlijk mee bedoelen?) alleen nuttig is als er voldoende praktische toepassingen voor de onderzoeksresultaten zijn. Waarom de heer Rutte hier, overigens net als zovelen, onderzoek en onderwijs naadloos in elkaar laat overgaan, terwijl het toch echt twee heel verschillende dingen zijn, ontgaat mij.

7. "De afstand tussen universiteit en bedrijfsleven is te groot, waardoor veel hoogwaardige kennis onnodig op de plank blijft liggen."

Nu komt er naast onderzoek en onderwijs plotseling een derde element bij: het bedrijfsleven. Misschien is de stelling van de heer Rutte, dat er veel hoogwaardige kennis onnodig op de plank blijft liggen, niet a priori onjuist, maar met onderwijs heeft het niets te maken. Als de hoogwaardige kennis niet wordt overgedragen aan de al dan niet middelmatige studenten, heeft dat wel met onderwijs te maken, maar daar staat het bedrijfsleven dan weer buiten. Wat zou "hoogwaardige kennis" trouwens zijn?

8. "Een minder krampachtige kijk op de relatie tussen onderwijs en bedrijfsleven is nodig om onze economie te blijven voorzien van de nodige innovatie."

En hop. Uit het niets tovert de heer Rutte het begrip "nodige innovatie" te voorschijn. De discussie of innovatie echt nodig is en zo ja, wat we dan precies onder innovatie moeten verstaan, ga ik hier niet openen, maar ik wil even wijzen op de "minder krampachtige kijk op de relatie tussen onderwijs en bedrijfsleven" die volgens de heer Rutte "nodig" (twee keer nodig in dezelfde zin. Stilistisch zwak, zou ik zeggen) is. Er zijn dus kennelijk mensen wier krampachtige kijk op de relatie tussen onderwijs en bedrijfsleven er de oorzaak van is dat onze economie verstoken blijft van de nodige innovatie. Het zou de heer Rutte sieren als hij onverwijld contact zou opnemen met die mensen om hun te vertellen dat ze het verkeerd doen en hoe het wel moet. Ik heb het zo snel trouwens even niet paraat, maar wat heeft de heer Rutte in zijn tijd als staatssecretaris van onderwijs eigenlijk gedaan aan of met de relatie tussen onderwijs en bedrijfsleven? Moet er overigens, om tot goed onderwijs te komen, een relatie zijn met het bedrijfsleven? Onderwijs is de overdracht van kennis en vaardigheden. Daar heeft het bedrijfsleven toch niets mee te maken?

9. "Een goed voorbeeld is Twente, waar ieder jaar vanuit de TU-studenten tientallen nieuwe innovatieve bedrijfjes ontstaan."

Hoe ontstaat een bedrijfje vanuit een student? Waarschijnlijk bedoelt de heer Rutte te zeggen dat er in Twente ieder jaar nieuwe innovatieve bedrijfjes worden opgericht door TU-studenten en dat dat een goed voorbeeld is van de minder krampachtige kijk op de relatie tussen onderwijs en bedrijfsleven waar hij het in de vorige zinnen over had. In hoeverre het oprichten van een bedrijfje iets over het onderwijs zegt, weet ik niet. Mij zijn verhalen bekend van mensen die te stom waren om voor de duvel te dansen, van school geschopt werden en vervolgens alsnog met een eigen bedrijf aan de kost kwamen. In een enkel geval zelfs met een innovatief bedrijfje, doordat ze een keer een helder ogenblik hadden, waarin ze niet alleen een goed idee kregen, maar nog zagen hoe ze het moesten uitwerken ook. Met het onderwijs heeft zoiets niet veel van doen.

Alles bij elkaar is dit opstel van Mark Rutte over het onderwijs ver onder de maat. Als ik de leraar Nederlands was, die hierover moest oordelen, zou ik hem er, ondanks het ontbreken van spelfouten en grote grammaticale missers, een zware onvoldoende voor geven. Er is te weinig samenhang tussen de verschillende zinnen, de stijl is slecht en wat Mark precies wil zeggen, blijft onduidelijk. ("Als Mark zo doorgaat, voorzie ik grote problemen in de rest van het schooljaar. Zou huiswerkbegeleiding of bijles een optie kunnen zijn?")